Gaat Vlaanderen Frankrijk achterna? Open Vld wil erfbelasting tussen partners afschaffen.

Gehuwde of samenwonende koppels hebben dikwijls de wens dat een aanzienlijk aandeel van hun vermogen bij overlijden toekomt aan de langstlevende partner. 

Aan zo’n begunstiging is vandaag een fiscaal prijskaartje verbonden: hoe meer men erft van elkaar, hoe hoger het toegepaste tarief in de erfbelasting en hoe groter de fiscale rekening. Deze taxatie tussen partners wordt vaak als onrechtvaardig bestempeld. Vlaams parlementslid Mercedes Van Volcem (Open Vld) noemt de erfbelasting tussen partners dan ook “een taks op verdriet” en pleit voor een gehele afschaffing ervan. 

Na het overlijden van de langstlevende van beide partners zouden de kinderen/ andere erfgenamen evenwel nog steeds erfbelasting verschuldigd zijn op de ganse nalatenschap. 

 

Wat zegt de huidige regelgeving? 

De erfbelasting wordt berekend op de waarde van de goederen die de overledene nalaat. Voor kwalificerende partners, alsook in rechte lijn (bijvoorbeeld voor kinderen), gelden de volgende tarieven in Vlaanderen (berekend per erfgenaam): 

  • 3% op de eerste schijf van € 50.000 
  • 9% op de schijf van € 50.000 tot € 250.000 
  • 27% boven de € 250.000  

Het is hierbij belangrijk te noteren dat de tarieven afzonderlijk worden toegepast op enerzijds de roerende en anderzijds de onroerende goederen in de nalatenschap.   

De tarieven gelden zowel voor gehuwden als voor wettelijk samenwonenden. Ook feitelijk samenwonende partners kunnen van deze voordelige tarieven genieten op voorwaarde dat ze minstens één jaar feitelijk samenwonend waren voorafgaand aan het overlijden. 

In 2007 werd bijkomend een vrijstelling van erfbelasting op de gezinswoning geïntroduceerd tussen partners. Voor feitelijke samenwoners geldt deze vrijstelling alleen als ze minstens drie jaar samen gewoond hebben voorafgaand aan het overlijden. 

Nadien bij de hervorming van het erfrecht en de erfbelasting in 2018 gingen er stemmen op om de erfbelasting tussen partners integraal af te schaffen. Jos Lantmeeters diende toen reeds een voorstel in dienaangaande. Zo ver kwam het echter niet: men strandde finaal op een bijkomende vrijstelling voor partners van de eerste 50.000 euro roerende goederen en boven deze schijf werd verder gebruik gemaakt van de algemene tarieven (9% en 27%). 

 

Omliggende landen 

De afschaffing van erfbelasting tussen partners is niet baanbrekend. Het is zelfs een algemene regel in meerdere, ons omringende, landen.  

Zo kent Frankrijk een volledige vrijstelling van successierechten tussen echtgenoten en PACS-partners. Ook het Verenigd-Koninkrijk kent dergelijke vrijstelling tussen echtgenoten. 

In Nederland is er dan weer een aanzienlijke vrijstelling (2024) van 795.156 euro tussen echtgenoten, geregistreerde partners of samenwonende partners. Ook Duitsland hanteert een vrijstelling ten belope van 500.000 euro.  

 

Wat zou de toekomst kunnen brengen in Vlaanderen? 

Het huidige initiatief van Open VLD zal de discussie omtrent de afschaffing van erfbelasting tussen partners opnieuw op tafel leggen.  

Maar eerder dit jaar publiceerde Open Vld reeds op haar website dat uit onderzoek bleek dat alleenstaanden aanzienlijk meer erfbelasting betalen dan koppels. Erfgenamen van (kinderloze) singles betalen gemiddeld 47,2% belasting, terwijl dit voor koppels doorgaans amper 6,8% bedraagt, luidde het toen. 

De vraag rijst aldus of het voldoende is om zich enkel te buigen over een eventuele vrijstelling tussen partners en het niet eerder raadzaam is de gehele erfbelasting te hervormen, de ongelijkheid aan te pakken tussen singles enerzijds en koppels anderzijds en de verschillende tarieven, gebaseerd op verwantschap tussen de erflater en erfgenamen, te hervormen naar een systeem waar eenieder gelijk wordt behandeld. 

 

Uiteraard volgen wij dit verder op de voet.